Wist jij dat kinderen vanaf de dag dat zij geboren zijn beschikken over duizenden smaakpupillen? Terwijl wij als volwassen over nog maar 300 smaakpupillen beschikken. Een opgroeiend kind heeft al vanaf zijn eerste dag op deze wereld een bepaalde voorkeur voor smaken en dit zal zich gedurende zijn hele leven blijven ontwikkelen. Maar wist jij ook dat wij hier als ouder veel in kunnen betekenen en dat de ervaringen die het kindje in zijn eerste levensjaar opdoet veel effect kan hebben voor de rest van zijn leven?

Als een kindje nog in de buik zit is de smaakontwikkeling al in volle gang.

Doordat de moeder bijvoorbeeld veel verschillende voeding eet went het kindje al aan deze verschillende smaken. De smaak van het vruchtwater wordt namelijk bepaald door wat de moeder eet. Een kind kan vanaf jonge leeftijd al vier smaken van elkaar onderscheiden: zoet, zuur, bitter en zout. Omdat een jong kindje bij de geboorte beschikt over duizenden smaakpupillen heeft hij de voorkeur voor milde smaken, scherpe of sterke smaken zijn simpel gezegd ’teveel’.

Een opgroeiend kind ontdekt welke smaken hij of zij niet lekker vindt of wat juist wel, wordt kieskeuriger en krijgt een afkeer voor bepaalde structuur van voedsel en het gevoel ervan in zijn of haar mond. Deze smaakontwikkeling hangt sterk af van de ervaringen die het kindje in zijn eerste levensjaar heeft opgedaan.


Borstvoeding of kunstmatige voeding:

Tegenwoordig kan een kindje ook prima opgroeien met de voedingstoffen uit kunstmatige voeding. Echter zit er wel een verschil in de smaak. De borstvoeding van moeder heeft namelijk steeds weer een andere smaak, dit wordt bepaald door de voeding die zij binnen krijgt. Hierdoor zal een kindje dat borstvoeding krijgt in tegenstelling tot een kind dat kunstmatige voeding krijgt al veel sneller wennen al verschillende smaakjes. Hiermee wil ik absoluut niet zeggen dat het geven van kunstmatige voeding aan kinderen slecht is, echter dat er een verschil in zit op het gebied van de smaakontwikkeling.

Wennen aan vast voedsel:

Na een aantal maanden zal het kindje overgaan op vast voedsel. In mijn ervaring met het werken met kinderen heb ik geleerd dat elk kind dit op zijn eigen tempo doet. Het ene kindje heeft hier wat meer moeite mee dan het andere kind. Naast het opnieuw ervaren van andere smaken moet het kind dit keer ook wennen aan een andere structuur en een andere manier van slikken. Een kind zal in het begin vaak nog de voeding teruggeven. Dit hoeft niet direct te betekenen dat hij of zij de smaak niet lekker vindt, maar de structuur van de voeding niet aangenaam aanvoelt in zijn of haar mond.

Wel hebben zij de voorkeur voor lauw of koude voeding met een milde smaak. Ik zou je aanraden om een kind ook zeker te laten wennen aan zelfgemaakte hapjes. Kant en klare hapjes zijn allereerst vaak heel glad, dit kan voor een kind makkelijker zijn om weg te krijgen, maar daardoor went hij of zij veel minder aan andere structuren. Ook het gevoel van voeding in de mond draagt bij aan de smaakontwikkeling en mondmotoriek. Daarnaast worden de smaken in kant en klare potjes vaak allemaal door elkaar gemengd en milder gemaakt (tegenwoordig zijn er gelukkig wel veel gezonde alternatieven op de markt) en ervaart een kindje van een zelfgemaakt hapje veel beter de uitgesproken smaken. Geef je kind bijvoorbeeld in korte tijd hapjes met verschillende soorten fruit of groente. Hou er hierbij wel rekening mee dan vooral jongere kinderen nog niet kunnen genieten van hele sterke, zure of bittere smaken.

Het belang van proeven: 

Vanaf jongs af aan hebben kinderen een natuurlijk instinct dat bittere en zure smaken niet goed zijn, zij zullen dan ook eerder een afkeer hebben voor deze smaken. Een kleine baby zal je hier dan ook echt niet snel blij mee maken. Toch is een kind ook heel nieuwsgierig van aard en ook in het ontdekken van nieuwe smaken. Na een paar keer proeven kan een kind bijvoorbeeld toch ontdekken dat hij iets lekkerder vond dat hij of zij in eerste instantie dacht.

Het is bewezen dat kinderen die op jonge leeftijd hebben geleerd om meer smaken en structuren te proeven op oudere leeftijd vaak meer lusten. Een wat ouder kind zal eerder een voorkeur geven aan ‘vertrouwd’ voedsel, maar zal veel meer open staan voor nieuwe dingen als hij als peuter hier al veel positieve ervaringen mee opgedaan heeft. Natuurlijk is elk kind verschillend en werkt niet elke aanpak hetzelfde. Toch zijn er heel veel mogelijkheden om het eten van kinderen positief te stimuleren.

DWING EEN KIND NIET OM TE ETEN:

Door kinderen te dwingen om iets te eten krijg je vaak het averechtse gevolg. Een kind zal zich verzetten en een negatieve associatie met eten krijgen. Doordat een kind plezier heeft in eten en dit een rustgevende activiteit is zal het kind veel eerder beter eten. Waarom je een kind niet moet dwingen om te eten en wat alternatieve hiervoor zijn? Dat lees je hier. 


Volgen jullie Healthy Wanderlust al op Facebook?
Gebruik #healthywanderlust als je één van mijn gerechten maakt, super leuk om te zien!

Liefs, Merel

Pin It on Pinterest

Share This